‘Jan Veen is ziek.’ ‘Oké, ik ga er heen.’, zegt ze en hangt op. Ze heeft een hekel aan tijdverlies en onnodige vragen. Als ze moet invallen komt ze graag op tijd, omdat ze dan alles nog even op haar gemak kan doornemen. Snel omkleden en hard fietsen, dan kan ze nog voor de school begint in de prachtige hal van zijn nieuwe school staan.
Jan Veen kent ze namelijk heel goed. Als ze haar Jedermannetje naar de kleuterschool bracht en hij stond haar op te wachten, betekende dat werk a...
?