Zure regen en zuurstof
Zure regen, zoute drop, zet mijn glazen petje op, lekker lopen in de regen, niemand houdt de vogels tegen. Alle wolken waaien weg, regenjas met superpech. Zure regen, zoute drop, maar de zon die gaat niet op.
‘Grappig juf, al die onzin. Zure regen, haha.’ Wil reageert op het gedichtje dat ze het liefst nog wel twintig keer hardop zouden willen lezen met elkaar. Ze zijn gebiologeerd door het ritme, net als juf Jedermann. Ze begrijpen het ook, want anders zou Wil niet zo gereageerd hebben. ‘Nou Wil, dat moet je niet zeggen. Zure regen bestaat echt en daar is niemand blij mee.’ Ze wordt taxerend aangekeken door de hele groep. ‘Echt waar juf?’ ‘Echt waar, maar dat leren jullie later nog wel, dat is nog een beetje moeilijk.’ Nu willen ze het juíst weten. ‘Oké, ik vertel het, maar dan mag je het meteen weer vergeten.’
Ze hangen allemaal aan haar lip. En les geven als leerlingen aan je lip hangen, figuurlijk dan, want letterlijk is het geen pretje, is het heerlijkste dat bestaat. Voor ze het weet, houdt ze een hele verhandeling over de Aarde, de atmosfeer, de ozonlaag, het gat en de zure regen. Er ontstaat een tekening op het bord waar de ouders later vol ontzag naar kijken. En als ze de woorden lezen die erbij geschreven staan zoals ‘atmosfeer= dampkring’ en ‘ozonlaag’ lijkt het of ze in het V.O. terecht zijn gekomen in plaats van in groep 3. ‘Zo, leren ze dat nu al? Wat knap!’ In haar dagverslag houdt ze het simpel. Wat zou een inspecteur zeggen als hij het zou lezen? Ze schrijft dus Lezen: extra aandacht voor woordenschat en het gedicht (blz. 21). Bij WO schrijft ze: Het weerà regen.
‘Juf, zei u nou dat we zonder atmosfeer niet kunnen ademen? Hoe kan dat dan?’ ‘In de atmosfeer zit zuurstof en als er geen zuurstof is, dan kun je niet meer ademen’, legt ze uit. ‘Een vuur bijvoorbeeld kan dan ook niet meer branden.’ Franks adem stokt even, want hij ‘stookt fikkies’ als ze mag afgaan op de vele aanstekers die ze al in haar la heeft liggen. Dat je dood gaat omdat er geen zuurstof is, is nog tot daar aan toe, maar dat je dan geen fikkies meer kan stoken dat is verschrikkelijk!
Er staat de volgende dag een aquarium in de klas als ze op school komen. Er zit een klein laagje water in. ‘Krijgen we vissen, juf?’ ‘Nee, ik ga jullie laten zien dat een vlam ook niet zonder zuurstof kan, dan gaat hij uit.’ Frank staat al bij de bak. Als iedereen er is, neemt ze een waxinelichtje en steekt het aan. Ze zet het voorzichtig op het water. Poeh, de spanning is om te snijden. Ze wordt er zelf een beetje door meegesleept. ‘Wat denken jullie dat erin zit?’, vraagt ze terwijl ze een leeg glas laat zien. Haha, die juf. Niets natuurlijk, dat zien ze zo wel. Ze hebben het mis. Er zit lucht met zuurstof in. Dat kan je niet zien, maar het is er wel. Als ze straks het glas over het kaarsje zet, kan het vlammetje nog even branden, maar als de zuurstof op is…… gaat het vlammetje vanzelf uit.
Alle ogen zijn vol spanning op het vlammetje gericht als ze het glas eroverheen zet. En ja hoor, even later begint de vlam te sputteren en gaat uit. Ze kijken allemaal meteen naar haar handen, maar ze is expres op afstand gaan staan om te laten zien dat het geen truc is. ‘Ja’, zegt Lieke. ‘Dat komt door het water!’ Ze denken nog steeds dat het een of andere goochel-act is. Heel voorzichtig haalt ze het glas weg en pakt het lichtje. Het kaarsje is nog steeds droog en als ze het aansteekt, brandt het meteen. Ze doet de proef nog een keer en als de vlam dreigt uit te gaan, tilt ze het glas voorzichtig op zodat er weer lucht bij kan komen. De vlam laait meteen weer op. ‘Mag ik het ook eens doen, juf?’ Ze laat een paar kinderen het glas optillen en weer terugzetten. Wil doet het te snel, het pitje is nu wél nat. Een mooi moment om te stoppen. Juf Jedermann vult deze keer in bij WO: Lucht.
In: Juf Jedermann
Tags: regen zure regen gedicht groep 3 zuurstof wo
blog comments powered by Disqus