Storm
Zijn hand glijdt in de hare als ze de groep naar buiten brengt. Je zou niet zeggen dat hij het zichzelf, haar en zijn klasgenoten de hele dag moeilijk heeft gemaakt. Ze kijkt hem peinzend na. Vooruit Jedje, het ziet ernaar uit dat jullie nog een tijdje moeten samenwerken, kun je echt niets positiefs over dit jochie bedenken? Natuurlijk wel. Hij is nieuwsgierig, bijdehand en .. eh …stoer. Eigenschappen die genegeerd worden in het huidige aanbod van leeractiviteiten.
Voor haar op tafel liggen kleurtjes en papier. ‘Ik ga niet tekenen ’, zegt hij dwars, ‘ik wil in de poppenhoek.’ Ze schiet in de lach (lekker stoer, haha). ‘Ik ga ook niet tekenen’, zegt ze, ‘hoe kom je daar nou bij. Ik ga een vliegtuigje maken en kan wel wat hulp gebruiken. Doe je mee?’ ‘Kan hij dan echt vliegen?’, vraagt hij. ‘Dat moet je gewoon uitproberen, vind je niet?’
Hij staat te popelen om zijn vliegtuig te testen dus wil hij zijn tijd niet verdoen met een moeilijke klus. ‘Ken ik niet.’, zegt hij als hij alleen nog zijn naam erop moet schrijven en buigt zijn arm al voor de eerste worp. ‘Vijf keer vanaf de grond, de zesde keer op je stoel en dan op je knieën voor je stoel, want ik zal je een slim maniertje leren om je naam te schrijven.’ Staan óp je stoel? Zitten vóór je stoel? Van verbazing vergeet hij te protesteren.
‘Zou het niet mooier zijn als je het vliegtuig kleurt?’ zegt ze, nadat hij zijn naam nagetekend heeft van zijn stoelleuning. ‘Jaaaaaa! Ik weet wat, ik maak er een soldatenvliegtuig van! Mijn oom is mieletèr.’ De staart wordt rood-wit-blauw en de rest van het vliegtuig bruin en groen. ‘Waar is die voor?’, zegt hij en wijst naar een watervaste stift. ‘Als ik een naam niet meer zo goed kan lezen, gebruik ik hem. ‘Mijn naam ken ik ook bijna niet meer lezen.’ Hij mag zijn naam er nog eens op te zetten. ‘Trek nu je jas maar aan, Leen, want je moet dit vliegtuig nog buiten testen.’ ‘Buiten?’ , vraagt hij stomverbaasd. ‘In die harde wind? Mag dat van de juf?’ Ze knikt: ‘Ik ben de juf en het mag van mij.’ Hij lacht.
Rennen, gooien, bukken en genieten van de wind. Even die energie kwijt. Ze houdt hem goed in de gaten voor het raam. Buiten adem komt hij weer binnen, maar in zijn ogen glimt iets wat er gisteren nog niet was. ‘Zag je dat juf? Als ik zó gooi, blijft hij een hele tijd in de lucht.’ Zijn vrienden willen nu ook, die mogen ’s middags als Leen een lange windvaan van plastic tasjes gaat maken.
‘Ik zag Leen in zijn eentje buiten.’, zegt de kleuterjuf tijdens de lunch. ‘Als hij niet luistert, kun je hem naar mij sturen hoor. ‘Hij heeft een vliegtuig getest.’, legt juf Jedermann uit. ‘Echt waar?’ De juf is zo enthousiast dat ze ’s middags ook vliegtuigen wil laten maken. ‘Ik stuur Leen wel even langs met zijn vliegtuig.’, zegt juf Jedermann. ‘Hij is de expert.’ Als een kind niet leert van de manier waarop we lesgeven, moeten we lesgeven op de manier waarop hij leert, niet waar? Wie zei dat ook alweer? Hij had gelijk.
In: Juf Jedermann
Tags: samenwerken nieuwsgierig bijdehand eigenschappen vliegtuigje vouwen kleuterjuf
blog comments powered by Disqus