Stinkende toiletten
Een ding valt wel op als ze langs de kleutertoiletten naar haar RT-ruimte loopt: Ze hoeft tegenwoordig haar neus niet meer dicht te knijpen. Een biologisch proces schijnt alle vieze geuren te elimineren en brandschone toiletten op te leveren. Ze is dankbaar voor die inventiviteit. En het komt haar vandaag goed van pas.
Het begint al met Kathinka, die haar werkruimte binnenkomt met de woorden ‘Ik geloof dat ik moet spugen.’ Om de toiletbril van het minuscule wc-tje schoon te houden, zegt ze: ‘Doe de bril maar even omhoog’. Kathinka begint haar brilletje al bovenop haar hoofd te schuiven als ze middenin die beweging stopt. ‘Dat is toch helemaal niet nodig?’, vraagt ze verbaasd. Als je gezellig samen bent is wijzen naar de wc-bril al voldoende om samen eens lekker te lachen. Maar het overgeven is gelukkig van de baan. Lachen blijkt dus wel degelijk gezond te zijn.
Er zijn nog meer misverstanden die dag. Als er aan het eind van de morgen twee ‘jassenpakkers’ een gesprek aangaan op de gang hoort ze nog net de woorden ‘ …. ze lachen me uit en daarom heb ik zo’n hekel aan mijn pony, maar het moet van m´n moeder….’ Een bromstem antwoordt: ‘Dan wil ik hem wel hebben.’ Grappig, zo’n misverstand, terwijl ze waarschijnlijk geen van beiden doorhebben dat ze het over een andere ‘pony’ hebben. Nog geen vijf minuten later moet ze de ‘bromstem’, die nu twee octaven hoger gilt, van de vloer oprapen. Reden genoeg voor kleuters om allemaal de klas uit te stormen natuurlijk, want je moet wel op de hoogte blijven van wat er gebeurt. Het blijkt Wouter te zijn en Carrie staat er ontredderd én verontwaardigd bij, met pony die duidelijk door haar moeder geknipt is. Geen wonder dat moeder achter Carries ´pony´ staat. Lekker voordelig. ‘Juf! Jordy gaf Wouter een duw en nou hebt-ie een bloedneus!’ Het woord bloed is bij kleuters altijd een reden om met z’n allen rond de gewonde samen te drommen en even te vragen wáár het bloed zit. Nu dus ook. ‘Waar heb jij die bloedneus?’, vraagt er een. En Wouter wijst nog nasnikkend naar zijn nog steeds licht bloedende neus. Dat had niemand verwacht te oordelen naar de verbaasde gezichten.
Wouter mag met juf Jedermann mee voor een grote schoonmaakbeurt in het wc-blok. Hij is zijn verdriet al vergeten op het moment dat hij een prachtige Spidermantrui in de voorraad kleding ontwaart. Schoon en opgelucht mag hij nog even mee naar haar kamertje om van de schrik te bekomen. Ze wil nog even met hem en Jordy praten. Op haar vraag of Jordy het echt ‘zo maar’ deed, zegt hij verontwaardigd: ‘Zonder vragen, juf! Ze kan haar glimlach nog maar net verborgen houden door haar hoofd even weg te draaien. ‘Zo, dan ga ik Jordy maar eens even halen’. Met de mooie ‘leen’trui aan en een plastic tas met de ´was´ erin zit hij achter een glas limonade bij te komen van de schrik als ze met Jordy binnenkomt. Jordy krijgt een rood hoofd als hij Wouter ziet zitten: ‘Sorry Wouter, ik viel zelf. Ik kon er niets aan doen.’
In een gesprekje maakt ze duidelijk dat hij voortaan beter meteen ‘sorry’ kan zeggen als zoiets weer gebeurt, `want dan doet het meestal meteen al minder pijn´. ‘Ja’, zegt Wouter, ‘dat is waar, ik voel er nu al veel minder van. Kijk maar.’ En hij probeert met opgezwollen neus en roodbehuilde ogen ‘big smile’ te maken. Het ziet er niet uit, ze schieten alle drie in de lach. Ze weet niet wie er meer geschrokken is, dus als Wouters moeder even later haar hoofd om de deur en steekt, zitten ze gezellig met z’n drietjes aan de limonade. Niemand is boos, ook Wouters moeder niet, zulke dingen kunnen nu eenmaal gebeuren. En voor de juf is het in ieder geval mooi meegenomen dat de toiletten niet meer stinken.
In: Juf Jedermann
Tags: kleutertoiletten kleuters bloed schoonmaakbeurt
blog comments powered by Disqus