Niet zo slim
‘Juf, kijk eens!’
Juf Jedermann kijkt op. Ze heeft een baan! Ze moet wel flink reizen, want het is in een dorp buiten Rotterdam.
Dineke komt de klas binnen met haar vader in haar kielzog. Hij draagt een klein, plastic aquarium. Met inhoud, want ze hoort het een beetje klotsen.
‘Wat hebben jullie daar nou?’, vraagt ze verbaasd. ‘Visjes?’
‘Een soort van’, zegt Dineke trots. En als ze het verbaasde gezicht van haar nieuwe juf ziet: ‘Het zijn kikkervisjes.’
Eh, nu moet ze er dus achter
zien te komen hoe ze die kikkervisjes in leven kan houden tot het kikkertjes
zijn en gauw ook. Maar wacht eens, die aardige jonge meester, die een frisse liet
waaien door haar ouderwetse (en verschrikkelijke) lagere school, woont tegenwoordig in het
hoekhuis aan het eind van haar straat.
Juf Jedermann loopt meteen door als ze
uit de bus is gestapt. En ja hoor, er is iemand in de tuin, ze ziet het door de
heg. Hij reageert meteen als ze hem roept.
Fantastisch vindt hij het dat ze nu collega’s zijn en als ze hem over haar kikkervisjes vertelt, krijgt ze een boek van hem. Ze mag het zo lang gebruiken als ze wil. Slablaadjes eten ze, leest ze. En stukjes tomaat, maar daarmee wil ze het water niet vervuilen. En dat is iets wat al vrij snel gebeurt.
‘Juf, ik heb waterluis bij me.’
Dineke staat vóór haar met een emmer vol rode, wriemelende minibeestjes. Juf Jedermann heeft er geen idee van wat ze ermee moet en laat Dineke langs de rijen gaan om de inhoud van de emmer te laten zien. Daarna mag hij voor het bord, wat moet je anders met zo’n emmer? Maar als ze naar huis gaan, stinkt het water verschrikkelijk en zijn alle luizen dood.
‘Dat is niet zo slim’, zegt Jean, haar vriend, als ze hem erover vertelt. ‘Die had je aan de kikkervisjes moeten geven, dan was je water meteen ook weer helder geworden.’
Ze biedt de volgende dag haar excuus aan bij Dineke. Ze voelt zich vreselijk dom.
Wat zei je vader toen hij het hoorde?’, vraagt ze nieuwsgierig.
Dineke kijkt haar bedenkelijk aan.
‘Moet ik het eerlijk zeggen, juf?’
Juf Jedermann knikt: ‘Ja, natuurlijk of was het zo erg?.’
‘Nou zijn eerste woorden zal ik niet herhalen,’ zegt ze voorzichtig, ‘maar het eindigde met: Dat was niet zo slim van die stadse juf.’
Ze kijken elkaar aan en schieten allebei in de lach.
In: Juf Jedermann
Tags: kikkervisjes
blog comments powered by Disqus