Het fruitvrouwtje
‘Bent u de moeder van Jan?’, vraagt ze, als ze een bekend gezicht ziet tijdens haar wekelijkse zwemuurtje. Jan woonde vroeger met zijn ouders en broertje op een boerderij buiten de stad. Acht keer per dag, behalve op woensdag, reed zijn moeder dat hele eind door weer en wind. Juf Jedermann bewonderde haar. Ze kan zich de zwarte opoefiets met handenwarmers aan het stuur nog goed herinneren.
Sommige mensen vergeet je gewoon niet. Ze is geen spat veranderd na al die jaren, alleen het spleetje tussen haar tanden is wat breder geworden.
‘Ja’, zegt de vrouw een beetje verbaasd. ‘Waar kent u Jan van?’
‘Van de basisschool’, zegt juf Jedermann. Ze legt uit hoe de vork in de steel zit.
‘Kent u ál die kinderen en hun ouders nog?’, vraagt ze verwonderd. Juf Jedermann schudt haar hoofd. Ze twijfelt even of ze iets over de fiets zal zeggen, maar doet het niet. Over de streken van Jan - die regelmatig net-op-het-randje waren – houdt ze ook haar mond. Ze zou de vrouw misschien een illusie ontnemen.
Zo stond er aan het eind van de handenarbeidles ineens Porky’s boven de poort van zijn kasteel. Haar oog viel toevallig op het weggemoffelde bouwwerk, omdat hij haar met een scheve grijns in de gaten hield. Het grote, grijze uitvouwkasteel, dat ze tijdens de les regelmatig bewonderd had, was op de valreep veranderd in een zoetsappig roze en geel gebouw. Door de vrouwenborsten die plotseling de torenspitsen vervingen had het meer weg van een bordeel. Zonder morren, dat moet ze hem nageven, werd na schooltijd alles weer in de oude staat teruggebracht.
Ook zag ze een keer vol afgrijzen dat hij met kracht zijn elleboog op een tube lijm neerzette. ‘Per ongeluk, juf. Echt waar.’ Als ze het niet had zien gebeuren, zou ze hem geloofd hebben, zo overtuigend klonk het. De lijm, die er aan de voorkant uit had moeten spuiten, besmeurde zijn trui omdat de tube aan de achterkant openbarstte. ‘Mijn lievelingstrui!’, jammerde hij.
‘Eigen schuld’, dacht ze.
‘Ach Jan, wat vervelend! Daar zal je moeder niet blij mee zijn.’, zei ze.
Zijn moeder was er inderdaad niet blij mee en heeft er dagen over gedaan om de gevolgen van zijn ondoordachte daad te verwijderen, maar zij geloofde hem, dat scheelt.
Aan alles komt een eind. Ook aan deze invalperiode. Toen ze in een T-shirt met vrolijke fruitprint de klas binnenkwam om de rapportcijfers voor handvaardigheid te brengen, werd ze door de leerkracht vriendelijk ontvangen met de woorden: ‘Aha, daar hebben we ….’. Verder kwam hij niet, want Jan vulde droog aan: ‘…. het fruitvrouwtje!’ Ze haalde het nog net tot de gang. Gierend van de lach verliet ze de school. Nee, Jan zal ze ook niet gauw vergeten.
‘Het gaat goed met hem.’, vertelt zijn moeder trots. ‘Leuk vrouw, lieve kinderen, eigen bedrijf.’
Dat het niet altijd makkelijk is geweest, blijkt uit haar laatste woorden:
‘Het is toch nog goed gekomen.’
Tags: boerderij illusie handenarbeidles
blog comments powered by Disqus