De kat van de Juf
Verbijsterd vliegt ze naar buiten. Ja, het is waar. Hij is naar huis gekomen, ondanks al zijn pijn. Hij kijkt gebroken naar haar op met een bloederig kopje: ‘Oh, gelukkig, daar is mijn vrouwtje.’ Hij probeert op te staan en te miauwen, maar het lukt hem geen van beide. De dochter van haar buren staat nog te beven van schrik. Pitri is tegen de auto van het meisje aangelopen toen hij zonder kijken de straat overstak. Gelukkig reed ze stapvoets, maar desondanks was het nog een hele knal. Voorzichtig legt ze haar kat op een handdoek en gaat met hem in de auto van de buurman zitten, die heeft aangeboden om haar naar de dierenarts te brengen, zijn dochter is nog te erg van streek. Het hoopje kat met zijn misvormde, bijna tandeloze bekje ziet er meelijwekkend uit. Oh, lieve schat, laten we hopen dat de dierenarts je kan helpen!
Als ze ’s avonds nog even naar hem toegaat, zit hij zo zielig in een kooi te wachten tot hij stabiel genoeg is om geopereerd te worden. Hij probeert met zijn pijnlijke bekje te miauwen, maar zijn bekje gaat alleen open en dicht. Hij lijkt wel een goudvis. De tranen springen in haar ogen. Arme kat. Laten we hopen dat er geen ernstige inwendige letsels zijn zodat je morgen geholpen kan worden. Verdrietig loopt ze naar huis.
In de klas legt ze de telefoon voor zich op tafel als ze in de kring gaan zitten en dat is heel bijzonder. Zoals gewoonlijk vraagt er aan het eind van de kring altijd wel iemand ’En u juf? Heeft u nog iets meegemaakt?’ Ze vertelt het hele verhaal van de vorige avond . Dat Pitri vandaag geopereerd moet worden omdat zijn onderkaak in stukken is gebroken. Ze verontschuldigt zich ervoor dat vandaag haar telefoon kan gaan omdat de dierenarts gaat proberen zijn kaak te opereren. ‘Geeft niks, juf.’ De kinderen hangen aan haar lip en leven met haar mee. Wat zijn ze lief, dat stel van haar! Ze werken muisstil en als er iemand iets te hard praat, wordt hij met gebaren gewaarschuwd door een paar anderen.
Aan deze morgen lijkt geen einde te komen. Er wordt vaak op de klok gekeken en niet alleen door haar. In de pauze is iedereen wonderbaarlijk lief, ook voor elkaar. Ze spelen rustig en kijken af en toe sluiks haar kant op en smoezelen dan even met elkaar. Soms komt er een even heel dicht tegen haar aan staan om even later weer verder te gaan spelen. Zo kruipt de morgen voort en als de telefoon eindelijk gaat, zit iedereen verstijfd te wachten op het goede of slechte nieuws. ‘Jongens, het is gelukt! Ik mag vanmiddag na schooltijd even komen kijken en als alles goed gaat, mag hij morgen al mee naar huis.’ Ze juichen allemaal en een paar vliegen op haar af om even een knuffel te geven. Als ze ’s middags naar de sporthal lopen, stopt ze niet bij de deur van de gymzaal, maar loodst het hele stel er voorbij en houdt halt voor de deur van de supermarkt. Ze ziet ze allemaal verbaasd kijken. Zou de juf door alles wat er gebeurd is in de war zijn? ‘Wat gaan we doen juf?’ ‘Lieve schatten, we gaan een ijsje halen, dat hebben we wel verdiend. Voor de tweede keer die dag klinkt er gejuich en als de ijsjes uitgedeeld zijn, is het even weer net zo stil als het ’s morgens was, maar iedereen kijkt wel een stuk vrolijker. En juf Jedermann kijkt misschien wel het vrolijkst van allemaal.
In: Juf Jedermann
Tags: kat tranen kring lief muisstil pauze gymzaal
blog comments powered by Disqus