Dag kikkertje Kwaak
Foto gemaakt door www.heleensitter.nl en geplaatst met toestemming van mijn oud-collega/rt'er
Janna zucht: ‘Verdorie!’
Bruine boterhammen met kaas en lepels cup-a-soup blijven halverwege steken. Andere collega’s slikken haastig hun laatste hap door in afwachting van wat er komen gaat.
‘Ik heb kikkerdril in de klas’, zegt Janna, alsof dat alles verklaart.
‘Oh leuk!’, zegt juf Jedermann omdat iedereen te verbaasd is om iets te zeggen. ‘Ik vind het een wonder om er zo’n kikkertje uit te zien groeien.’ Janna kijkt haar aan. ‘Is het jou dan al eens gelukt? Bij mij gaat het elk jaar fout, verdorie. Ik baal ervan dat het water nu al weer troebel begint te worden. Ik weet zeker dat ze straks allemaal dood op de bodem liggen.’
De bak staat in de zon bij de verwarming. Dat verklaart het troebele water. ‘Wat een goed idee om dat droge visvoer te geven, Janna. Daar heb ik nog nooit aan gedacht.’ zegt ze. ‘Ik gaf ze sla. De kikkervisjes knabbelen zo’n blaadje helemaal kaal. ’
‘Zet jij hem maar bij jou in de klas.’, zegt Janna. ‘Jij hebt er meer verstand van dan ik.’
Juf Jedermann verwijdert de wit geworden dril en de kikkervisjes die al gesneuveld zijn. Meestal zit er gewoon te veel dril in zo’n klein bakje. Met waterluis weet ze het water weer helder te krijgen en de kikkervisjes smullen ervan. Met schone waterplantjes richt ze het aquarium opnieuw in.* Heuveltjes fijn grind - zo hoog dat ze tot aan het wateroppervlak komen - en schijfjes kurk vormen veilige plekjes voor kikkertjes die straks geen kieuwen en staart meer hebben.
Het ene kikkervisje dat uiteindelijk overblijft, wacht keurig tot na de vakantie met de voltooiing van zijn metamorfose. Janna vindt het te riskant om samen met de kleuters het kikkertje vrij te laten. ‘Doe jij het maar. Wij kijken wel vanaf het schoolplein.’
Maar wat de kleuters niet kunnen zien, maakt wel diepe indruk op groep 3. Nauwelijks één centimeter meet het kikkertje en de singel en de waterkant zijn zo oneindig groot!
‘Dag kikkertje Kwaak’, zegt Emma op het moment dat het minikikkertje van juf Jedermann’s hand in het gras springt, ‘ga maar gauw naar je moeder, want je bent nog veel te klein om alleen te zijn.’ Ze verwoordt wat iedereen voelt. Gelukkig roept een van de kleuters achter het hek: ‘Is-t-ie weg?’ Juf Jedermann roept ja, waarop de kleuters beginnen te juichen en te klappen. Ze weet zeker dat waterlanders anders de overhand hadden gekregen. Ze had het zich feestelijker voorgesteld.
‘Weten jullie nog hoe goed hij zich in de bak kon verstoppen?’, zegt ze onder het knutselen, in de hoop de bedrukte stemming te doorbreken. ‘Nou, daar in het gras heeft hij wel duizend verstopplekjes.’ Drieëntwintig kinderkoppies kijken haar hoopvol aan.
‘De dieren kijken gewoon over hem heen, ze zoeken een grote kikker, niet zo’n kleintje.’ Juf Jedermann doet met slome stemmetjes die grote dieren na. Al snel liggen ze krom van het lachen om de opmerkingen van ooievaar, reiger, rat en kat en van hun eigen slimme kikkertje. Ze glunderen dat die dommerds niet eens op het idee komen om te kijken onder dat ene grassprietje waar hun kikkertje verstopt zit. Ze zijn eindelijk overtuigd, Kwaak redt zich wel.
Als in de verte het kikkerlied voor de laatste maal die dag gezongen wordt, ‘kwaken’ ze allemaal het refrein vrolijk mee: Oewak-wak -wak, oewak-wak-wak, oewak-wak-wak-wak-wak.**
In: Juf Jedermann
Tags: kikkerdril kikkertje kikkervisjes kikkers basisschool
blog comments powered by Disqus