'Proef'les
De moeder van Bianca is de afgelopen week wel erg vaak op school. Deze keer staat er een schaal met gevulde repen op tafel en te oordelen naar het aantal gescheurde papiertjes in de prullenbak zijn er al een paar verdwenen. Ineens valt het ‘kwartje’, ze zal toch niet …. Tijd voor een gesprekje onder vier ogen!
En ja, waar juf Jedermann bang voor is, blijkt waar. Tot het eind van de maand moet ze twee kinderen zien te voeden van het geld dat ze gehaald heeft uit de spaarpotten van de kinderen: 13,55. Een hele opgave, ook al is de maand al aardig gevorderd. Haar portemonnee is gestolen of verloren, ze weet het niet. Hij is er in ieder geval niet meer als ze haar boodschappen wil afrekenen. Wat nu? Geld geven kan niet, dan zou het einde zoek zijn. Ineens krijgt ze een idee. ‘Wil jij me helpen met een ‘proef’les?’, vraagt ze en dat wil Jantine, al heeft ze geen idee wat een proefles is.
Als de school begint, ligt er een boodschappenlijstje met geld klaar. Brood, appelstroop en hagelslag staan erop, want jam, muisjes, smeerkaas en een kuipje halvarine zijn er nog, over van de paasmaaltijd. ‘Heb je al gegeten?’, vraagt ze aan Jantine, als alles ingekocht is. Niet dus en zo kan het gebeuren dat er een moeder in de keuken zit te lunchen als de school al begonnen is. De conciërge houdt even later een paar schoolmelkpakjes voor haar neus. ‘Die moeten op, wil jij ze hebben? Anders moet ik ze weggooien’, zegt hij op zijn eigen kenmerkende manier, een beetje nors dus, maar schijn bedriegt. Ze kijkt verschrikt. Heb je erover gepraat lijkt haar blik te zeggen, maar juf Jedermann schudt onmerkbaar nee. Als ze even later in de keuken komt, zit Jantine voor het eerst sinds dagen voldaan ‘uit te buiken’.
‘Klaar? Mooi, dan kan de proefles beginnen. De kinderen wachten al vol spanning.’ Jantine kijkt haar verbaasd aan. ‘ Ik dacht dat dit de proefles was, dat je een geintje maakte.’ Ze legt snel aan Jantine uit wat de proefles wél is. Ze overhandigt de namenlijst en een stapeltje kopietjes, waarop een grote boterham getekend staat die in zes stukjes is verdeeld. Er is werk aan de winkel. Steeds vier kinderen ophalen. De kinderen moeten eerst hun handen wassen. Boterhammen worden besmeerd met halvarine en de verschillende soorten beleg en in zes stukjes gesneden. De blinddoek ligt al klaar.
Op een schoteltje worden de zes brokjes gelegd die het kind heeft uitgekozen. Om de beurt mogen de andere leerlingen een stukje in de mond van het geblinddoekte kind doen. Op het blad komt de naam van het kind en wordt er bij elk brokje geschreven wat er geproefd is, want weer terug in de klas moeten de leerlingen het beleg zelf op het brood tekenen en niet ieder kind van 6 jaar tekent even herkenbaar. Er is ook plaats om het aantal goed geraden hapjes aan te tekenen en aan te geven hoe het heeft gesmaakt.
Het heeft een paar middagen gekost voor iedereen aan de beurt is geweest en elke dag werd er even vers brood gehaald en wat variatie in beleg aangebracht. Samen met de doos met etenswaren die ze thuis voor Jantine bij elkaar gezocht heeft, is het gelukt het einde van de maand te halen. De directeur is enthousiast over de ‘proef’les. ‘Als je de kassabonnen na schooltijd even brengt, heb ik nog wel een potje waaruit dit betaald kan worden.’ En hij heeft nooit gevraagd wat er met de overgebleven etenswaren is gebeurd. Ze hoopt ooit nog eens een ruikles te bedenken, voor de ‘broodnodige’ variatie.
In: Juf Jedermann
Tags: ouders portemonnee gestolen proefles paasmaaltijd conciërge schoolmelk namenlijst kassabonnen ruikles variatie
blog comments powered by Disqus