tips & blogs voor leerkrachten

Gedichtendag (deel 2)                                      

Werken met gedichten

Je hoeft met je leerlingen geen gedichten te máken, dat is maar één aspect van poëzie. De hoofdreden van mijn herhaalde propaganda voor Gedichtendag is om de leerlingen het speciale taalgebruik te laten ervaren. Daar zou je eigenlijk het hele jaar regelmatig mee bezig moeten zijn, maar hoe doe je dat? 

Gedichtenboom of Poëzie-aquarium

Je kunt een grote tak in een pot met aarde zetten om een gedichtenboom te creëren. Je hangt er opgerolde gedichten in, die trouwens ook gewoon aan een draad opgehangen kunnen worden als je geen goede tak of pot kunt vinden. Op momenten dat er even tijd over is, laat je een gedicht pakken om (voor) te lezen. Voor jonge kinderen kan het nog speelser: Er mag een versierd kokertje met een lus eraan –desnoods met een vis erop –uit het ‘aquarium’ gevist worden met stokje, draad en een opengebogen paperclip. Het versierde kokertje - met een van de gedichten erin - mag elk kind natuurlijk later mee naar huis nemen. Joepie, Gedichtendag!

Ik vind dit gedicht … cool!

In het boek Als je goed om je heen kijkt zie je dat alles gekleurd is staan 361 kindergedichten voor alle leeftijden of neem een van de Superguppie-boeken van Edward van de Vendel. Typ of kopieer de mooiste gedichten. Besteed er wel aandacht aan, alleen voorlezen is niet genoeg. Begrijpen ze de woorden uit het gedicht? Wat is hun mening erover? In het praxisbulletin staat een serie waarderingskaartjes die je kunt printen en plastificeren om hun mening te ondersteunen. Prik het gedicht op een prikbord en hang er de kaartjes bij die ze er het best bij vinden passen. Misschien is het zo’n succes dat je besluit volgend schooljaar meteen te starten met een wekelijkse Poëziekring of gedichtentussendoortjes!

Taal en lezen

Aan de slag met groep 3. Tijd om de kinderwensen in te vullen. Toon het gedicht (digitaal of schoolbord) en geef de woorden die de leerlingen kunnen lezen een andere kleur. Je leest het gedicht een paar keer voor. Al gauw zullen er kinderen gaan meelezen.

Drama

Vooraf heb je natuurlijk  warming-upspelletjes gespeeld. Je bedenkt zelf gebaren die bij sommige woorden uit het gedicht passen of je doet dit met de kinderen samen. Dan lees je het gedicht nog een paar keer terwijl ze de gebaren maken. Daarna mimen ze de woorden, ondersteund door de gebaren. (Heerlijk als je eens een foutje maakt, niemand hoort het.)

Uiteindelijk wordt de groep in groepjes verdeeld. Elk lid van een groepje sluit het (gemimede) gedichtje af door zijn eigen wens als pantomime uit te beelden. Kunnen de andere leerlingen hun wens raden? Elk groepje krijgt een beurt.

Natuurlijk kun je het ook voor andere groepen opvoeren om de Poëzieweek af te sluiten. Misschien kies je er dan wel – aansluitend bij het thema Muziek - een groepje ‘muzikanten’ bij die het gedicht met of zonder dirigent geluidloos begeleiden. En het enige wat daarna te horen is, is een keihard applaus.

Succes!

(Hier vind je deel 1 over de poëzieweek)