Als ik met mijn klas na de gymles terugwandel, moeten we een stukje over de wallen rondom Steenwijk. Gezellig, er ontstaan altijd heel ontspannen gesprekken, bijvoorbeeld over de aanstaande schoolkeuze. Laatst vroeg Dionne: ”Juf, wat heb jíj eigenlijk gedaan?” Atheneum. “Oh? En welke cijfers haalde je daar?“ Nou leerde ik gemakkelijk, dus mijn antwoord maakte wel indruk. De reactie van een groepje meiden: “Waarom ben je dan alleen maar juf?“ Ze vroegen het netjes en beleefd, maar ik voelde heel goed de ondertoon. Zo kijken onze leerlingen dus tegen ons beroep aan: als je goed kunt leren, ben je wel gek om leerkracht te worden. Ik voegde gauw toe dat ik na de PA nog wel verder had gestudeerd: onderwijskunde. Toen stonden ze helemáál paf. “Heb je nooit iets anders gedaan, dan?” Jawel hoor, ik heb aan methodes meegewerkt, ik heb een boek geschreven en ik heb lesgegeven aan volwassen mensen op een PABO. Maar dat trok me niet zo erg; de hele dag met eenzelfde groep kinderen optrekken, dát is fijn. En zoveel vakken, ik vind ze allemaal interessant!
Wat is er toch in Nederland gebeurd? Zo kort is het nog maar geleden, dat onze beroepsgroep respect en aanzien genoot. In 1968 kwam de Mammoetwet: in het voortgezet onderwijs stapten van toen af alle leerlingen in bij dezelfde brug(klas). Want kennis is macht en die moet je delen. Alle dubbeltjes kunnen kwartjes worden, als ze maar de kans krijgen! Een nobele gedachte, maar ook een valkuil. Want wat instroomde moest kunnen doorstromen. Onze politici zochten ruimte in de breedte: alle verdiepingen van het onderwijsgebouw dijden uit. De inhoud nivelleerde en het niveau zakte. Hadden ze niet beter de hoogte in kunnen gaan? De top optrekken en meer etages bouwen?
Daar moet ik aan denken, als ik de masterclass van Pasi Sahlberg volg op de Katholieke Pabo in Zwolle. In Finland wil elke vader of moeder graag een leraar als schoonzoon of schoondochter. En de prestaties van de leerlingen zijn top. Al jaren staat Finland bovenaan de PISA-ranglijst. En dát, terwijl de kinderen pas met zeven jaar naar school gaan en hun lesdagen korter zijn dan bij ons! Finse kinderen maken voor hun tiende jaar géén standaardtoetsen, Cito bestaat niet, E-scores ook niet. Er is géén concurrentie tussen scholen, zwakke scholen kennen ze niet, élk kind krijgt speciale aandacht. Iedere medewerker staat voor de klas, óók de schoolleider. Inspecteurs van onderwijs? Niet nodig, alle leraren hebben VWO-niveau, dus zijn bij machte zichzelf en elkaar kritisch te beoordelen.Dat krijg je als je je toppers voor de klas zet, mensen met écht goed verstand en algemene ontwikkeling. In plaats van alleen diploma’s. Die geven tegenwoordig namelijk geen garantie meer...
Liesbeth Hermans (1961) schrijft blogs voor positiefleren.nl en is de auteur van B.S. DE MAALSTROOM. Om haar boek (€ 9,50) te bestellen mag je Liesbeth mailen: liesbeth.hermans @ziggo.nl