Toen ik een studiekeuze moest gaan maken, hadden mijn ouders net te vaak tegen mij gezegd dat ik iets moest gaan doen met kinderen. ‘Onderwijs is echt iets voor jou’. Ja doei, dacht ik, ik ga toch niet werken voor een habbekrats. Ik maakte een puberale keuze, statistisch gezien was ik die fase al voorbij, ik zou het allemaal anders gaan doen en koos een managementstudie. Ik eindigde met een baan in het bedrijfsleven in een functie waar ik slecht in was en die mij bovendien geen moer interesseerde.
Had ik vroeger nou maar geluisterd, ik liet me omscholen. Inmiddels werk ik een jaar in het onderwijs. Na mijn eerste stagedag dacht ik: ‘Aardige lui, die leerkrachten!’ Toch bekeek ik mijn nieuwe werkplek met ietwat wantouwende blik. Al dat geduld, vroeg opstaan, extra instructies, snot, lieve opbouwende woorden, gesprekken met (over)bezorgde, (on)redelijke ouders, vervelende veterschoenen, etc. Ik voel me thuis in het onderwijs.
Toch is er ook een maar… Het salaris blijft slikken in vergelijking met ooit. ‘Ja, maar…’, zei een van mijn aardige collega’s. ‘Je bent geen juf geworden om rijk te worden’. En zo is het. Sinds ik in het onderwijs werk, ben ik blij met wie ik ben en wat ik doe. Elke dag mijn steentje bijdragen voor de toekomst is een verrijking van mijn leven. En, tssss, rijk worden, waarom zouden wij leerkrachten dat ook willen als je zo aardig bent!