Baby Laura is geboren, met moeder en kind is alles goed. Gelukkig maar. Mama Henriëtte kan over zes weken gewoon weer aan het werk. De opvang heeft ze perfect geregeld, samen met paps. Die zegt op vrijdag zijn baan op en Henriëtte gaat zelf parttime voor de klas. Twee dagen per week kan Laura op de crèche terecht. Henriëtte heeft alleen één probleem: haar collega’s vinden het doodnormaal om op hun ‘vrije’ dagen óók naar school te komen. Voor vergaderingen, studiedagen, schoonmaakbeurten, ouderavonden, contacturen, sportmiddagen, festiviteiten enzovoort. Die zijn nog niet in de kinderen, of ze zijn er al weer uit. En hun manlief (of vrouwlief) is naar het werk. Vervelen zij zich thuis? Sommige teamleden zijn er haast trots op dat ze bijna altijd aanwezig zijn. Vier tot vijf dagen arbeid voor drie dagen salaris, het is eerder regel dan uitzondering. Je zou er in een normaal bedrijf eens om moeten vragen…!
De directeur komt het gratis vrijwilligerswerk natuurlijk prima uit. Takensplitsing, onderlinge vertegenwoordiging, interne verslaggeving? Kom maar gewoon allemaal naar school, dat is veel eenvoudiger! Of heb je dat niet voor de kinderen over? Maximale betrokkenheid graag, we moeten concurreren! Trouwens, de resultaten moeten omhoog. Wat zeg je? Je voelt je overwerkt? Ben je wel efficiënt genoeg? Zal ik een cursus timemanagement voor je regelen?
Opa komt op kraambezoek en wiegt Laura peinzend in zijn armen. Hij hoort van Henriëtte’s zorgen, hoe ze straks school en baby moet combineren. Ze weigert overuren te draaien, maar voelt nu al de scheve ogen van de collega’s in haar rug.
Opa vertelt over zijn eigen tijd in het onderwijs. Het Hoofd der School hield nauwgezet in de gaten of alle leerkrachten veertig uur arbeid verrichtten. Niet méér! Want anders wilden alle ouders hun kinderen in de klas bij de fanatiekste leerkrachten, die altijd de meeste en de leukste extraatjes bedachten. Maar dat vond het Hoofd niet gezond voor de teamgeest, de collega’s van de parallelgroepen hadden er onder te lijden. Terwijl dat ook gewoon prima leerkrachten waren! Bovendien wist het Hoofd: een actief en interessant privéleven is de beste voedingsbodem voor goede meesters en juffen. En hij wilde fitte, goedgehumeurde mensen voor de klas. Dus: om vijf uur allemaal de deur uit! En waag het niet om in het weekend over je werk na te denken!
Toch was er vroeger niets mis met het niveau. Gek hè? Al die extra inzet, al die deskundigheidsbevordering… Je zou verwachten dat de schoolprestaties met sprongen toenamen! Achter zijn rollator strompelt opa naar de auto. ‘Ben ik nou zo ouderwets?’, mompelt hij. ‘Rust, reinheid en regelmaat’, kan hij zich nog herinneren van vroeger. Voor baby’s. Maar voor leerkrachten net zo goed!